Januari
1 januari 2008 begint rustig in ieder opzicht. Geen vuurwerk, beetje drank, dus geen katers, behalve Max, die zich nog maar eens oprolt in de buurt van de kachel. En zo tutten we de week uit en gaan we weer op huis aan, hoewel “huis” voor ons evengoed Echassières zou kunnen zijn.

Maart
Ma was met ons mee. Op vrijdagmiddag was zij al met ‘t busje naar Nieuwkoop gekomen. Voor het eerst was ook Henk mee, de kat van Tjapie (Daan). We vroegen ons af hoe het met hem zou gaan, zo’n lange reis in de auto. Dat bleek heel goed te gaan; hij vleide zich in de nek (over de schouders) van ma en sliep bijna de hele reis.
In tegenstelling tot Nederland hebben wij bijna geen regen gehad en van een windwaarschuwing was al helemaal geen sprake. Niet dat een miezelregentje “Hendrik Jan (Marie) de tuinman” weerhield van “rommelen” in de tuin. Ze had het reuze naar de zin en vond dat de tuin lekker opknapte.
Henk wilden we eerst enkele dagen binnen houden. Hij vond het heel onterecht dat Max wel en hij niet naar buiten mocht en miauwde het hele huis bij elkaar. Na slechts één dag hebben we hem voorzichtig naar buiten gelaten en daarna was het één groot feest voor hem.
Naast lekker ontspannen, is er ook nog een beetje geklust. De begroeiing rondom de caravan is flink gesnoeid. En tja, met Marie erbij is het niet verwonderlijk dat de binnenzijde helemaal is gezogen en gesopt. Binnen is de verlichting verbeterd en is het luik voorzien van een nieuwe afsluiting.
De laatste twee dagen was het prachtig weer en als ze het bij zich had gehad, had Marie zaterdag in d’r badpak gezeten, zo warm was het. Maar aan alles komt een eind en even na drieën reden we weg. Volgens ons heeft ma het reuze naar d’r zin gehad en daar ging het om.

April/Mei
Het jaarlijkse weekje met de familie de Jong is voor ons dit jaar twee weekjes, dankzij de vele overuren die Frank de afgelopen tijd heeft gemaakt. Dit zal in veel opzichten voor ons een memorabele vakantie worden. Ten eerste is het 5 jaar geleden dat we “Les petits bureaux” gekocht hebben. Wat vliegt de tijd. Verder reizen we weer met twee katten en een hond, maar het meest bijzondere is, dat Jean-Michel ons een paar weken geleden heeft gevraagd te helpen.
Zijn zusje Marie, getrouwd met een Nederlandse man, is in 1994 overleden en begraven in Den Haag. De grafrechten waren of gingen verlopen. In het kort: Marie zou in Frankrijk herbegraven worden, in het dorp waar ze vandaan kwam. En de meest “voordelige” manier om dat te doen zou zijn als wij haar “meenamen”. Zo gezegd, zo gedaan. Het voelde duidelijk anders dan anders: op reis met drie dieren en een kist, duidelijk herkenbaar als lijkkist, kinderformaat. We hebben er voor het zicht maar een mooi kleedje over gelegd. Max was onrustiger dan anders, Frank had niet of nauwelijks geslapen, dus we gingen goed voorbereid op weg. Geen enkel probleem, tot we even de benen gingen strekken op een aire even voorbij Magny Cours, het Grand Prix circuit van Frankrijk voor de Formule 1. Max had het duidelijk gehad en voordat we het goed en wel doorhadden, had hij zich uit zijn tuigje gewurmd en was absoluut niet van plan om nog maar één poot in de auto te zetten. Hij had zich vakkundig verstopt tussen de planten en struiken op de steile helling, die de aire flankeerde. Na ongeveer 3 uur zoeken en roepen konden we niets anders doen, dan in de auto stappen en onze reis voortzetten, want er werd op ons gewacht, en meer nog: op Marie. De bedoeling was, dat we bij de buurtjes zouden eten. Met een loodzwaar hart, de belofte om ’s middags terug te gaan, en tranen met tuiten, werd de reis hervat. Bij Montmarault stond de gendarmerie ons met open armen op te wachten: Ze vonden dat we toch wel erg hard hadden gereden: 127 km. p/u. Frank slaakte een zucht van verlichting, want even daarvoor had zijn snelheidsmeter 170 km/u aangegeven, en dat zou hem zijn rijbewijs gekost hebben. Nu kostte het grapje, zoals bekend, 90 euro. Ook niet leuk, maar het kon duidelijk erger. Frank heeft in z’n eentje bij de buren gegeten. Iedereen was vol begrip, Jean-Michel en Ineke hebben samen staan snikken, ieder om z’n eigen reden. Lieve Sylvie kwam met een blad met eten de weg oversteken, want een mens moet natuurlijk wel eten. Ze vertelde dat ze ’s middags met ons mee zouden gaan om mee te helpen Max te vinden. We hebben gezamenlijk uren lopen zoeken en roepen, maar geen Max. Intens verdrietig vertrokken we richting Echassières, in de wetenschap, dat we de volgende ochtend terug zouden gaan.
De volgende morgen zijn we samen teruggegaan, hebben uren rondgereden, geroepen, en o wonder: we hoorden hem en even later zagen we hem. Het duurde nog wel een dik uur voordat we hem daadwerkelijk te pakken hebben, maar..HIJ IS ER WEER!!!!!
‘s Middags arriveert de familie de Jong, die ons verhaal ademloos aanhoren. We nemen even een adempauze en doen de eerste dag niet echt veel. Een beetje rommelen in de tuin en genieten van het lekkere weer. Op maandag komt Jean-Michel vanuit Clermont-Ferrand om ons op te halen voor de herbegrafenis van Marie. Bij Clermont stappen we over in de auto van Jean-Louis, de broer van Jean-Michel, zodat Jean-Mi Sylvie en de twee oudste meiden op kan halen. We verzamelen ons bij de begraafplaats, waar Jean-Michel te horen krijgt, dat Marie niet begraven kan worden, omdat op de laissez-passer als eindbestemming Clermont-Ferrand staat en niet het dorp waar de moeder van Jean-Mi woont. Na veel vijven en zessen, een bezoek aan de mairie, en de belofte van Frank, dat hij zo snel mogelijk de Nederlandse begrafenisondernemer zal vragen om een nieuw formulier te sturen, met de goede eindbestemming, mag Marie eindelijk gaan rusten naast haar vader, waarna het gezelschap zich naar het huis van de moeder van Jean-Michel begeeft om koffie te drinken. Hierna gaan we met een uitgedund gezelschap eten in een restaurant in de omgeving. Na afloop brengt Jean-Michel ons weer naar huis.
De rest van de week worden er allerlei klussen uitgevoerd: de voegen tussen de gipsplaten in de salon worden door Marijtje vakkundig opgevuld, de heren houden zich bezig met het aanleggen van elektriciteit naar de caravan, Ineke verzorgt de catering (voor een deel), de tuin krijgt nog extra aandacht, en de zon ook natuurlijk.
Na een week nemen we afscheid van Peter, Marijtje, Lisanne en Marcelle: “dank je wel voor jullie gezelligheid, jullie hulp en we zien elkaar over een week in Nieuwkoop”. Nog een weekje samen. We doen kleine klusjes, Frank werkt nog wat aan zijn verslagen, alles verloopt rustig, totdat we ’s zondagsavonds een kattenschreeuw van buiten horen en Max voor het raam verschijnt. Als we het raam opendoen gaat hij er van door en het duurt tot ver na middernacht voordat hij eindelijk tevoorschijn komt. De volgende dag trekt hij met zijn poot en als dat op dinsdag nog verergerd is, gaan we naar de dierenkliniek in St. Eloy les Mines. Daar laten we hem achter, zodat ze zijn pootje onder narcose kunnen onderzoeken. We mogen hem ’s avonds weer ophalen. Ze hebben niets ernstigs kunnen vinden, waarschijnlijk heeft hij klem gezeten of is hij gebeten. Stijf van de narcose, pijnstillers en antibiotica (Fransen nemen geen enkel risico) mogen we hem weer meenemen, maar we moeten wel de volgende ochtend terugkomen voor controle (en de rekening: een stuk voordeliger dan in Nederland). Gelukkig is er de volgende dag vrijwel niets meer aan de hand en we gaan opgelucht terug.
De volgende dag gaat het nog een stukje beter, hij is alleen nog wat suffig. Aan het eind van de middag gaan we bij de buren de verjaardag van Jean-Michel vieren (40!). Als we rond een uur of elf terugkomen, zit Max niet, zoals gewoonlijk, voor de deur te wachten, dus gaan wij op hem wachten, maar uren later nog steeds geen Max. Uiteindelijk toch maar naar bed gegaan. De volgende dag nog geen Max. Zuchten, steunen, tranen, geen Max. Max was weg en Max bleef weg, hoeveel tranen we ook vergoten.
Bij één van de zoektochten ontdekte Frank op enkele meters van onze omheining een groot vossenhol, en enkele tientallen meters verderop nog eentje. We moesten ons neerleggen bij het feit dat Max waarschijnlijk niet meer terug zou komen, en misschien wel gepakt was door een vos, of ander dier.
Op zondag hebben we, heel verdrietig, de terugreis moeten aanvaarden zonder Max….. Mooie lieve Max, we mochten twee jaar van hem genieten en hij laat een enorme leegte achter. Dag lieve Max…..

Zomervakantie
We zouden maar twee weken gaan, maar vanwege de geweldige talenten van één van Frank’s collega’s, aan wie het plannen van de vakanties was toevertrouwd, plus het feit dat Frank veel overuren had terug te nemen, werden het er drie. Dus op een vroege zaterdagochtend stapten wij in de auto, dom, dom, niet goed opgelet. Het was een samedi rouge, oftewel flink druk. En daar bovenop ook nog eens warm, heel warm. Afijn, na twaalf lange uren kwamen we bezweet, stinkend, want Henk de kat vond het nodig om op schoot te gaan zitten plassen, en moe, aan op de plaats van bestemming, oftewel “thuis in Frankrijk.”
Vier dagen voor ons vertrek uit Nederland moest arme Rosco aan zijn oor geopereerd worden, en die stakker had daar nog flink last van, ook al was hij behoorlijk verdoofd door de medicijnen. Halverwege de reis hebben we, vanwege de warmte, zijn verband verwijderd (anders had hij dat zelf wel gedaan). Zelden zo blij geweest dat we er waren.
Dat plezierige gevoel werd al snel minder toen we zagen dat het gras tot onze navel kwam. We konden ook niet direct gaan maaien, want alles was behoorlijk nat. Maar goed, een paar dagen later zag het er toch weer goed uit, afgezien van alle molshopen en muizengangen. Gelukkig hielp Henk ons met de bestrijding ervan. Hij moet overigens nog een hoop leren.
Een paar dagen na aankomst hadden we in het dorp het jaarlijkse culturele festijn: enkele groepen, die mee doen met het cultureel festival in Gannat bezochten ons dorpje en traden op op het pleintje voor de kerk. Dit jaar mochten we genieten van Brazilianen in houthakkershemden met vrolijke muziek, een groep Koreaanse dansers met trommeltjes en toetertjes en een groep Tsjechische muzikanten en dansers, die erg deden denken aan de Duitse dansgroep van het jaar daarvoor en de Canadezen twee jaar daarvoor. Het zou een lange zit geweest zijn als we hadden kunnen zitten, nu hadden we enkel zere voeten. Al met al zijn we cultureel weer behoorlijk bijgeschaafd.
Op vrijdagavond (zeg maar nacht) mochten we Daniël, Tom en Tinuz verwelkomen. De drie heren hadden een auto gehuurd, zodat ze toch ook een weekje vakantie konden genieten. Wij waren de tussenstop waar je je campingmateriaal kon bestellen en oppakken, en tegelijkertijd even relaxen en je guitar hero talenten op peil kunt houden. Eens temeer tellen we de zegeningen van hele dikke muren. Op maandag hebben we de mannen uitgezwaaid, toen ze koers zetten naar Cap d’Agde.
Drie dagen later konden we Jasper en Ellen in onze armen sluiten. Dit gaat ook al op een nieuwe traditie lijken. Overigens wel heel gezellig en altijd goed. Ze zouden eerst op vrijdag komen, maar omdat de Tour de France dit jaar ons dorpje aandeed, hadden ze hun aankomst met een dag vervroegd.
Vrijdag 25 juli stond dus in het teken van “De Tour”. Frank en Jasper gingen ’s morgens brood halen en kwamen terug met de mededeling dat er al overal mensen bezig waren hun tafels en stoelen uit te pakken, m.a.w. we moeten zeker niet te laat die kant op gaan, anders zien we niks, en Frank was toch vast van plan om zijn eigen reportage te maken. Om even na twee uur togen we dus op pad (het peloton werd rond kwart over vier verwacht) en zoals verwacht was het beredruk op het kruispunt. Overal stonden dranghekken, waarachter we braaf plaatsnamen. Toen echter de reclamekaravaan langs kwam stonden er plotseling zes rijen mensen vóór de dranghekken. We waren getuigen van een prachtig staaltje hebberigheid, waarbij bejaarden niet schroomden om kleuters aan de kant te smijten om een sticker of een sleutelhanger te “scoren”. Uiteindelijk hebben we de dranghekken links laten liggen en zijn pal aan de weg in de berm gaan zitten. Toplocatie als je een reportage wilt maken. We hebben erg veel wielen en voeten aan ons voorbij zien gaan. Ja, het was zeker de moeite waard. Daarna gauw naar huis zodat we op tv de finish in Montluçon nog mee konden maken.
Een dag later kwamen de heren uit Zuid-Frankrijk terug, zonverbrand, een ervaring rijker en een campinggaslamp armer. “Het leek Amsterdam Noord wel!” Een camping vol banlieu jongeren. Maar ze hadden goed weer gehad. Nog één nachtje bij pa en ma, en daarna terug naar Nederland.
Wij hadden gelukkig nog een weekje. Het weer was heerlijk, de buren zoals gewoonlijk gastvrij, dus we hebben ook nog gezwommen en dankzij de inspanningen van Jasper zag de tuin, ook aan de voorkant, er uit om door een ringetje te halen en konden we ook nog een paar potjes jeu de boulen.
Een dagje in Gannat leverde ons allemaal minstens één paar nieuwe schoenen op. Vooral Jasper’s witte lakschoenen stalen de show.
Maar ja, aan alles komt een eind, dus op zaterdag was het opruimen, schoonmaken, eten en wegwezen. In tegenstelling tot de heenreis ging de terugreis ongekend vlot. Om half twee (’s nachts) waren we terug in Nieuwkoop.

September
Het plan was om “ergens in september” weer een week te gaan, want nu het weer nog goed was, konden we misschien het keukendak aanpakken. Tijdens het feestje van tante Cor en oom Albert riep Frank dat we de tweede week van september zouden gaan. Wat bleek: Berry en Martinique hadden in september vakantie en Berry wilde best een weekje van die vakantie bij ons komen klussen. Yes!!! Martinique’s moeder, Astrid, zei dat zij (Frans en Astrid) dan misschien op de terugweg van hun vakantie ook nog een paar daagjes langs zouden komen, als dat goed was tenminste. Tuurlijk, hoe meer zielen etc….
Al plannen makend en dagen tellend besloten we dat we in plaats van één week ook wel twee weken konden gaan. We zouden zaterdagochtend 30 augustus om een uurtje of 5 wegrijden, maar sinds wanneer verloopt er bij ons iets volgens plan? Op vrijdag zit Frank achter z’n computer hard te werken als hij een telefoontje krijgt van zijn collega Daan met het verzoek om op de Maasvlakte monsters te nemen en die naar Antwerpen te brengen. Frank’s grijze massa gaat in overdrive, en bedenkt dat we dan net zo goed gelijk door kunnen gaan naar Frankrijk, dus of Ineke over 2 uur klaar kan staan in plaats van de volgende ochtend!?! Hé, u vraagt, wij draaien, niet geheel zonder stress, maar het lukt. Even na de middag rijden we weg, en kijk de zon begint ook nog te schijnen. Het klusje in de haven duurt niet al te lang, en de monsters mogen we na sluitingstijd van het labo toch nog neerzetten. De reis gaat vlot en rond een uur of één zijn we “chez nous”.
De eerste week zijn we met ons tweetjes, de buren zijn er ook het eerste weekend, en het is zo warm, dat we nog lekker in hun zwembad kunnen. Op maandag worden we verrast met een nieuw wegdek. Zelf zitten we ook niet stil, de gebruikelijke klussen staan op het programma: gras maaien, onkruid weghalen, poetsen etc. Op donderdag gaan we in Montluçon spullen halen voor het keukendak, en boodschappen doen bij Carrefour, en zijn uiteindelijk ook een stofzuiger en een ster in de voorruit rijker. Dus ja, Carglass remplace, Carglass répare, en zit ook nog om de hoek, dus een afspraak is snel gemaakt, ondanks het feit dat de papieren van de auto in Echassières liggen. Thuisgekomen ontdekken we dat de zuigbuis van de stofzuiger ontbreekt, maar omdat we toch op dinsdag de ruit moeten laten vervangen, is dat niet zo’n probleem.
Vrijdagavond laat begint Rosco plotseling flink tekeer te gaan, en surprise, surprise, wie staat er voor de deur: Arthur! Hij had een auto gehuurd en kwam een weekend naar paps en mams. Dus dat was knuffelen, we hadden elkaar sinds maart niet meer gezien. Vol enthousiasme vertelt hij over z’n huurauto, een BMW X3; hij had een upgrade gehad omdat de door hem bestelde auto er niet was. Dat wordt dus een proefrit op zaterdag. Bestemming Montluçon om de stofzuiger te ruilen en nog een beetje te shoppen. Het weekend gaat veel te snel voorbij en zondag zwaaien we onze kanjer uit. Later blijkt dat z’n kapitein geprobeerd had hem te bellen om te zeggen dat hij best de hele week mocht blijven als hij wilde. Jammer, te laat.
’s Maandags is de dag dat Berry, Martinique en Caithlin komen, dus moeten de slaapplaatsen in orde worden gemaakt. Haastige spoed resulteert in een flinke valpartij uit de caravan als het opstapje omvalt. Maar iedereen kan slapen, en dat is het voornaamste. Op dinsdag wordt een begin gemaakt met het dak, en tegen de avond zit het raam er in, alleen niet naar de zin van de heren, dus op woensdag wordt het weer gedemonteerd en opnieuw geplaatst. ’s Nachts had het flink geregend en was het nogal nat in de keuken en ook een muis had een gaatje gevonden om in huis te komen, dit tot groot plezier van Henkie, die het beest onder het buffet had gejaagd, waar het uren heeft gezeten totdat wij het beest met een bezem uit zijn schuilplaats hebben geveegd. We hadden nog niet eerder zo’n grote muis gezien. Helaas is Henk nog maar een amateur, hij liet het beest ontsnappen onder de planken van het terras. Intussen zijn ook Frans en Astrid gearriveerd en heeft Frank toch maar nieuwe dakpannen gehaald. Vele handen maken licht werk en aan het eind van de week zit het dak er op en is alles waterdicht.
Op zaterdag vertrekken eerst Frans en Astrid, en later Berry en Martinique en Caithlin. Wij zouden ook op zaterdag teruggaan, maar er viel nog zo veel op te ruimen, dat we besloten om op zondag heel vroeg te gaan rijden. Al met al een hele leuke week gehad met z’n allen, veel gelachen, gezellige avonden met spelletjes en donderdags nog een dagje Montluçon vanwege de ruit. En niet te vergeten een strak dak. Zondag om half zeven rijden we weg, het zit potdicht van de mist, dus we houden ons hart vast, maar gelukkig is de mist helemaal verdwenen als we de autoroute opdraaien, en we rijden uiteindelijk de snelste tijd, die we ooit gereden hebben.

November
Frank heeft zin om z’n verjaardag in Frankrijk te vieren, dus plannen we de tweede week van november. Als snel laat Daniël weten, dat hij en twee van zijn collega’s ook wel wat zien in een weekje op de “berg”. Gezellig, dus de avond voor vertrek maken we hernieuwde kennis met T-nuz, ofwel Martijn, en mogen we voor het eerst, en hopelijk niet voor het laatst, Pablo bij ons verwelkomen. Op zaterdagochtend gaat de wekker, zeker voor sommige mensen, ongenadig vroeg. Na een voorspoedige reis zijn we weer “chez nous”. We hadden vanuit Nederland een andere eethoek meegenomen, allen het neerzetten vergde iets meer dan verwacht, we moesten alles omzetten, want anders paste het niet. Uiteindelijk zijn we heel tevreden, we hebben zelfs een nieuwe lamp boven de tafel, het lijkt een stuk knusser. Na een wat voorzichtige kennismaking worden Pablo en Rosco goede vrienden, en gaan samen elke dag minstens één keer wandelen. Het is een heerlijk rustig weekje. Frank werkt wat verslagen weg, de jongens hebben gewoon vakantie, lezen en luieren een beetje. Voor het ophalen van een onderdeel van de bosmaaier stappen we ’s maandags in de auto op weg naar Commentry, waar het opvallend rustig is. Na 5 jaar zouden we toch moeten weten dat in Frankrijk de winkels op maandag dicht zijn….. Maar goed er moest ook geld gepind worden, dus dat kwam mooi uit, en we hebben Pablo weer een stukje van de omgeving kunnen laten zien. Een paar dagen later zijn we weer de hort op gegaan, dit keer naar Gannat om op verzoek van Jasper nog één of (nog liever) twee paar glimmende witte schoenen te kopen, helaas hadden ze nog maar één paar. Van daaruit doorgereden naar Vichy, waar we een paar uurtjes rondgewandeld hebben. Tot besluit nog even eten bij de Buffalo Grill, want Frank had zin in uienringen.
 Op zaterdag gaan de jongens bijtijds weg, want ze hebben in België afgesproken met een aantal vrienden en collega’s om een wedstrijd van Zulte Waregem bij te wonen, behalve Pablo, die niet begrijpt waarom mensen van voetbal houden. Dankzij de smeekbeden van de anderen heeft hij toch nog een halve wedstrijd met ze in het stadion gezeten en is daarna de kroeg in gevlucht. Bij het opruimen van het huis ontdekten we dat die arme Pablo de hele week op een lek luchtbed had geslapen. Sorry Pablo!
Enkele uren na hun vertrek hebben wij ook de deur weer achter ons dichtgetrokken, en hebben een heel vlotte terugreis gehad. En ja, Jasper was erg blij met zijn schoenen:)

Foto’s te vinden op de fotopagina.